Na het plaatsen van het artikel over Wim Tilburgs in ons onderzoek Overgewicht krijgen we veel reacties. De grote vraag voor veel mensen is: Wat is gezond eten? Veel mensen zien door de bomen het bos niet meer en krijgen van diëtisten tegenstrijdige adviezen. We komen in contact met doctor-ingenieur Astrid Postma. Zij is expert op het gebied van voeding en gezondheid voor het Voedingscentrum en één van de auteurs van de richtlijnen van De Schijf van Vijf. Ze kampt met de macht van de voedselindustrie over ons eetgedrag.    

Wim Tilburgs is extreem veel afgevallen met een koolhydraatarm dieet. Dit lijkt heel erg op het populaire Pioppi-dieet. Waarom waarschuwen jullie voor dit eetpatroon?

Postma: ‘We waarschuwen niet voor deze manier van eten maar we willen mensen wel eerlijke informatie geven. Onze zorg zit bij het te weinig eten van vezels en het te veel eten van verzadigde vetten. Dit zou in de toekomst kunnen zorgen voor een te hoge cholesterolwaarde. En dit kan dus weer zorgen voor een hoger risico op hart- en vaatziekten. De Schijf van Vijf is een voedingspatroon dat gebaseerd is op wetenschappelijke inzichten en we willen consumenten eerlijke informatie over eten geven.’

Toch krijgen we veel reacties dat koolhydraatarm eten veel mensen van hun medicijnen voor diabetes heeft afgeholpen. Hoe moeten we deze reacties dan zien?

Postma: ‘Het zal vast wel voor individuele personen iets goeds brengen maar voor de grote groep adviseren we toch echt om graanproducten te blijven eten en dan natuurlijk volkoren producten. Het kan wel zijn dat het tijdelijk minder eten van koolhydraten helpt. Maar het is niet wetenschappelijk bewezen dat dit voor iedereen geldt en we weten niet wat dit eetpatroon voor effect heeft op lange termijn.’

Maar het is toch ook niet erg? Mensen vertellen ons dat ze afvallen en daardoor geen medicijnen meer slikken. En ze eten veel meer fruit en groenten. Dat is gezondheidswinst, toch?

Postma: ‘Op korte termijn zal het wel voor mensen verschil maken. Door het weglaten van een van de schijven (koolhydraten) eet je minder calorieën en val je dus af. De vraag is hoe lang je dit eetpatroon kan volhouden. Dat zie je ook met het project van de sportarts in het dorp Leende. De sportarts probeert het hele dorp zo min mogelijk koolhydraten te laten eten. Veel deelnemers houden het niet vol. Maar dit wordt nooit verteld in de media. Hierdoor kan het een vertekend beeld ontstaan. Het volhouden van een eetpatroon is toch vaak het grootste probleem.’

Maar ook jullie advies De Schijf van Vijf heeft er niet voor gezorgd dat we gezond blijven. Sterker nog, de helft van de Nederlanders heeft inmiddels overgewicht. Krabben jullie je dan wel eens achter je oren?

Postma: ‘Het probleem is dat we simpelweg niet genoeg budget hebben om tegen de marketing van de voedselindustrie in te gaan. We zeggen wel eens dat als je het zou vergelijken met een waterkraan, dat ons budget te vergelijken is met een halve minuut de kraan open zetten en dat de industrie geld heeft om een jaar lang de kraan open te laten staan.’

Dat moet ontzettend frustrerend zijn?

Postma: ‘Het frustreert ook dat mensen, zoals artsen, die eigenlijk hetzelfde doel hebben als het Voedingscentrum, de pijlen op ons richten. Zo wordt er alleen maar meer verwarring geschapen over wat gezond eten is en dat is natuurlijk niet goed voor de consument. Uiteindelijk zeggen we dat als je frisdranken, taart, koekjes en chips laat staan dat je dan al een hele eind op weg bent. De eerste stap is om geen eten te kopen dat door een fabriek is gemaakt.’

Waarom reageren jullie dan in RTL Late Night en op jullie site op het Pioppi-dieet? Het Voedingscentrum kan er ook voor kiezen om de politiek erop aan te spreken dat bijvoorbeeld Red Bull geen reclame mag maken voor jongeren.

Postma: ‘Het Voedingscentrum heeft twee ministeries (Landbouw en Volksgezondheid, red.) als opdrachtgevers en we moeten ons houden aan de kaders die daarbij horen. Natuurlijk vinden we ook dat onze omgeving zou moeten veranderen. We hebben onlangs onderzoek gedaan naar kidsmarketing en daaruit blijkt dat ouders daar moeite mee hebben, vooral als die plaatsvindt op scholen, tijdens sportevenementen voor kinderen en op social media. Voor nu kunnen we consumenten vooral informeren over gezonde keuzes en reageren op misinformatie.’

Makers