Pointer-uitzending ‘Buitenspelen in de knel’ leidt tot Kamervragen

Hoeveel plek is er nog voor buitenspelende kinderen? De SP heeft schriftelijke Kamervragen gesteld naar aanleiding van de uitzending van Pointer over hoe buitenspelen steeds meer in de knel komt. Want in een tijd waarin veel woningen gebouwd moeten worden en de grond schaars is, lijkt speelruimte soms op de laatste plaats te komen. Terwijl buitenspelen ontzettend belangrijk is voor de ontwikkeling en gezondheid van kinderen.

Eén op de vijf kinderen speelt te weinig buiten, en uit onderzoek is gebleken dat kinderen dit meer gaan doen als er buiten meer ruimte voor wordt vrijgemaakt. Pointer ging daarom langs in Emmeloord en Den Haag, waar speelruimte het op dit moment aflegt tegen woningbouw. Ook onderzochten we hoe het ervoor staat met de grootte van misschien wel de belangrijkste buitenspeelplek voor kinderen: het schoolplein. Wat blijkt: hoewel sinds 2021 per leerling op elk schoolplein minimaal 5 vierkante meter aan buitenspeelruimte moet zijn, neemt geen enkele gemeente deze nieuwe norm mee in hun beleid.

Meer investeren in grotere speelpleinen

Daarom willen SP-Kamerleden Michiel van Nispen en Sandra Beckerman van de ministers voor Primair en Voortgezet Onderwijs en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport weten of ze het ermee eens zijn dat grotere schoolpleinen belangrijk zijn, om scholieren te stimuleren meer te bewegen. Daarnaast vragen zij aan de ministers of ze bereid zijn om in gesprek te gaan met de VNG, de PO-Raad en VO-raad over het belang van grotere schoolpleinen, en of zij bereid zijn meer te investeren in het gemeentefonds om ruimere schoolpleinen te realiseren.

“Het heeft geen zin heeft afspraken te maken en die niet na te komen,” zegt Van Nispen tegen Pointer. “Die afspraken hadden een reden, namelijk meer ruimte voor spelen en bewegen, in het belang van onze jeugd en een gezondere samenleving in de toekomst. Op deze manier is het daarentegen puur een papieren werkelijkheid. Tegelijkertijd zien we dat gemeenten ook vaak geld tekortkomen, dus dat probleem moet ook echt worden aangepakt. Anders wordt het ook lastig om kinderen de speelruimte te geven die ze nodig hebben.”