Wonen op een oude afvalstortplaats, langs het spoor of op een plek waar vroeger een benzinestation stond? Volgens Stefan Wemmenhove, specialist in ontwikkelen op verontreinigde grond, kan het best. Met zijn bedrijf Stepforward helpt hij particulieren, bedrijven en overheden om vervuilde locaties weer een duurzame toekomst te bieden. “Kan niet bestaat niet. De vraag is alleen: wat kunnen we er uiteindelijk realiseren?”

Voor ons onderzoek naar Giftige Grond spreken we met Stefan Wemmenhove, specialist in verontreinigde locaties. Hij werkte tien jaar lang op verschillende plekken in de bodemindustrie en vond dat er iets ontbrak. Volgens Wemmenhove werd er door saneerders te weinig nagedacht over wat er bovengronds moest gebeuren, en wisten ontwikkelaars te weinig over de verontreinigde ondergrond. Vragen als wat zijn de toekomstige plannen, kan er wel of niet een woning met tuin komen, welke risico’s hangen daaraan vast en wat betekent wonen op verontreinigde grond als je ooit wilt verkopen, werden niet gesteld. “Ooit vroeg een koper mij letterlijk: 'Wat heb ik nou precies gekocht? Wat kan en mag ik met deze locatie?' Maar toen was de sanering al uitgevoerd en klaar.”

Volgens hem is het niet zo vreemd dat kopers vaak maar amper begrijpen wat er nou daadwerkelijk aan de hand is op een vervuilde locatie. Alleen al de terminologie zorgt volgens hem voor verwarring. “Een ‘spoedeisende’ locatie kan in bodemland nog makkelijk een paar jaar blijven liggen, terwijl iedere gemiddelde burger dan denkt: dit moet morgen af.”

250.000 vervuilde locaties

Met Stepforward begeleidt en adviseert Wemmenhove particulieren, bedrijven en overheden bij de aan- en verkoop van verontreinigde locaties. “Iedereen kent in zijn dorp wel een plek waarvan je denkt: waarom gebeurt daar niets mee? Vaak zijn dat soort plekken verontreinigd, maar wij werken júist met die locaties.” Met een team van bodemadviseurs, sloopadviseurs, vastgoedadviseurs, civieltechnici en specialisten op het gebied van subsidie onderzoekt Wemmenhove wat er wél kan op ernstig vervuilde plekken, waarvan Nederland er ruim 250.000 heeft.

Woningnood

“Er is enorme woningnood in Nederland, we zitten vol. De plekken waar nog ruimte is, daar zit vaak een vuiltje aan. Traditionele ontwikkelaars lopen hier met een grote boog omheen, die denken: verontreinigde grond is eng, daar ga ik niet aan beginnen. Wij nemen dat risico over en zorgen dan samen met de ontwikkelaars voor een duurzame invulling.”

Om ervoor te zorgen dat toekomstige grondeigenaren niet de dupe worden van de bodemverontreiniging die zij niet zelf veroorzaakt hebben, belooft Stepforward in te staan voor mogelijke toekomstige lasten. Op dit moment is Wemmenhove betrokken bij de herontwikkeling van ruim vijfhonderd verontreinigde plekken. Veelal langs oevers, langs het spoor en op binnenstedelijke plekken waar bijvoorbeeld tankstations hebben gestaan.

Erfenis

Zo vertelt hij over vier broers die samen een oude fietsenmakerij hebben geërfd van hun oom, niet wetende dat daar vroeger een tankpunt zat, en niet wetende dat de leiding lek was. Ze waren van plan om het terrein, inclusief woonhuis, te verkopen en lieten bodemonderzoek uitvoeren. Het resultaat was op z’n zachtst gezegd teleurstellend. De ondergrond bleek ernstig verontreinigd en alleen de saneringskosten zouden al oplopen tot ongeveer een half miljoen. Ineens was de erfenis niet langer een aardig zakcentje, maar een fikse schuld geworden. “Uiteindelijk zijn we samen op het idee gekomen om de grond te laten saneren zodat het schoon genoeg werd om op te wonen, om vervolgens twee woningen op het terrein toe te voegen. Zo lossen we een maatschappelijk probleem op (het tekort aan woonruimte, red.), houden we het betaalbaar én maken we de locatie schoon.”

Wemmenhove klinkt aan de telefoon als een echte optimist. “Mensen denken vaak in problemen", zegt hij, “maar je kunt ook in kansen denken.” Hij is ervan overtuigd dat hij voor iedere verontreinigde locatie een passende oplossing weet te vinden, al betekent dat niet dat onderaan de streep altijd zwarte cijfers komen te staan. “Soms komen mensen bij ons met het idee dat ze twee ton kwijtraken. Wij kunnen er vaak één ton van maken. Dat doet nog steeds pijn, maar het scheelt je wel de helft.”

Makers