Gerard van der Wouden is sociaal-psychiatrisch verpleegkundige bij Antes in Rotterdam. Zijn patiënten hebben ernstige en complexe psychiatrische problemen. Normaal bezoekt hij hen thuis, maar momenteel kan hij niet iedereen meer bezoeken door de coronamaatregelen. Wat betekent dat voor zijn werk? We spreken hem voor ons onderzoek naar Vitale Beroepen.

Een paar jaar geleden ontmoeten we Gerard voor het eerst. Voor een uitzending binnen ons onderzoek naar Verwarde Mensen mogen we een dag met hem meelopen tijdens zijn werk. Hij vertelt dat hij steeds meer patiënten heeft en dus steeds minder tijd over houdt voor de individuele patiënt.

In de uitzending is te zien dat Gerard toch alles doet wat hij kan. Oók wanneer dat buiten zijn officiële werkzaamheden valt, zoals helpen bij de aanvraag van een uitkering of iemand helpen met het zoeken naar een huis. “Het is eigenlijk niet onze taak. Maar we weten ook dat een zwervend bestaan veel stress met zich meebrengt en dat het een negatieve invloed kan hebben op de psyche”, vertelde Gerard destijds.

Coronamaatregelen

Inmiddels zien zijn werkdagen er heel anders uit. In plaats van zijn patiënten te ontmoeten of zelf thuis bij ze langs te gaan, zit Gerard door de coronamaatregelen veel achter zijn eigen keukentafel. “Heel veel gaat telefonisch of via beeldbellen”, vertelt Gerard.

Hij hoopt al zijn patiënten snel weer te kunnen zien. “Dit zijn mensen met psychische problemen waarbij op heel veel leefgebieden heel veel ellende is. Verslaving, eenzaamheid, het missen van een netwerk. Die groep mensen is dusdanig nerveus en gespannen, die moet je letterlijk aan de hand nemen. Daar gaat niks vanzelf.”

Langsgaan

Als mensen toch echt hulp nodig blijken te hebben, gaat Gerard naar ze toe. Zoals bij mensen met psychotische symptomen, somberheid en suïcidaliteit. Of mensen die zwaar getraumatiseerd zijn en waarbij fysieke nabijheid cruciaal is voor het gevoel van veiligheid.

Gerard ziet ook dat er patiënten zijn die over de telefoon aangeven dat het allemaal goed gaat, maar waar toch meer aan de hand blijkt te zijn. “Na een paar weken zag ik bij een patiënt met wie het in eerste instantie goed leek te gaan dat er toch wat psychotische symptomen waren. Telefonisch zei ze dat het allemaal goed ging en leek ze alles te snappen. Maar toen ik besloot op huisbezoek te gaan, bleek dat ze de medicatie niet op de juiste manier, en deels zelfs helemaal niet slikte. We hebben gelijk afgesproken om haar weer wekelijks te bezoeken.”

E-health

Ook vóór corona vonden sommige behandelingen in de GGZ al plaats via een videoverbinding. Meer digitale hulp aanbieden in de geestelijke gezondheidszorg kan de efficiëntie van de zorg verbeteren en veel patiënten die voor corona al digitaal werden behandeld zijn tevreden. Toch stonden veel patiënten en behandelaars er sceptisch tegenover, zo ook Gerard.

“Ik ben er altijd heel sceptisch over geweest en de coronatijd heeft opgeleverd dat ik er veel handiger in ben geworden. Vroeger zou ik gezegd hebben: ‘Dat is niks’, maar tegenwoordig zie ik wel dat een stuk digitaal zou kunnen. Een grote groep mensen doet het goed.”

“Mensenwerk”

Maar Gerard gelooft niet dat het genoeg is voor de groep patiënten waar hij mee werkt. “Aanwezig zijn is de kracht van de psychiatrie. Wanneer je niet op huisbezoek gaat, dan mis je gewoon observaties. Je ziet het huishouden en je hoort van buren dat iemand ’s avonds schreeuwt of tegen de muur bonkt omdat hij last heeft van stemmen. Dat heb je nodig, want mensen kunnen zich soms beter voordoen dan dat het daadwerkelijk is.”

“Ik ben er wel een beetje bang voor dat zorgverzekeraars in de toekomst zullen denken: ‘Het moet allemaal goedkoper dus kunnen ze het niet digitaal doen’, maar dat kan toch echt niet. Zeker niet bij onze groep. Inmiddels zie ik dat mijn persoonlijke weerstand (tegen online werken, red.) niet genuanceerd is geweest. Maar het blijft toch mensenwerk.”

Makers