Een ongezonde hap onderweg. Bijna iedereen die met de trein gaat, bezwijkt wel eens op het station voor een saucijzenbroodje, een gevulde koek of een zak patat. Ook medewerkers van de NS. ‘Het is makkelijk om voor fastfood te kiezen want dat is overal om je heen en op een gegeven moment wordt het een gewoonte’, vertelt Wim, conducteur bij de NS.

Hij is flink aangekomen sinds hij bij de NS is gaan werken. Met zijn collega’s kocht hij regelmatig patat of een broodje Döner op het station. Toen hij vorig jaar 100 kilo woog, werd het voor hem tijd om zijn eetpatroon drastisch om te gooien. Hij is gaan afvallen, meer gaan bewegen en inmiddels is Wim 20 kilo kwijt. In plaats van de vette en koolhydraatrijke snacks neemt hij pompoencake en kwark mee naar zijn werk.

‘Obesipas’

Wim is niet de enige NS-medewerker die ons benadert voor het onderzoek Overgewicht. Eerder al meldde Chantal zich bij ons over de Pauzepas die zij van de NS krijgt. De ‘Obesipas’, zoals die onder haar collega’s wordt genoemd. Met deze pas krijgt NS-personeel korting bij een aantal winkelketens op de stations. ‘Hartstikke fijn natuurlijk’, vindt Chantal. ‘Maar we krijgen 60 procent korting bij de Smullers en Julia’s: niet het meest verantwoorde eten.’

De kortingspas leidt er bepaald niet toe dat NS-medewerkers gezonder gaan eten, denkt Chantal. Integendeel. Zelf is zij inmiddels 15 kilo afgevallen en laat zij zich niet meer zo makkelijk verleiden door het ongezonde aanbod op de stations. Maar dat andere collega’s die verleiding níet kunnen weerstaan, baart haar wel zorgen. Chantal vindt dat haar werkgever de verantwoordelijkheid heeft om de medewerkers ‘de gezonde kant’ op te sturen en niet de ‘ongezonde’.

Ook NS-medewerker Karin gaat voor het gemak van de Pauzepas. ‘Sinds ik die pas heb, maak ik nooit meer boterhammetjes. Ik betaal op het station 1,30 voor een broodje, waar jij 4,25 euro voor betaalt.’ Voor Karin blijft het bij broodjes en zij heeft dan ook geen grammetje last van overgewicht, maar ziet dat wel bij andere collega’s.

‘NS’ers zijn dikke mensen. Er zijn allemaal programma’s voor overgewicht.’

Karin

Wim bevestigt dat: ‘De NS doet best veel aan vitaliteit. Ze willen ook de sportschool betalen en hebben een diëtist in dienst. Ze doen erg veel om gezondheid te verbeteren.’

Preventieakkoord: gezonder eten onderweg

We worden met zijn allen veel te dik, blijkt uit de cijfers. Bijna de helft van de Nederlandse volwassenen is inmiddels te zwaar. Geschat wordt dat in 2040 al 62 procent van de mensen overgewicht heeft. We moeten onze leefstijl dus drastisch gaan veranderen om het tij te keren. Dat staat ook in het Nationaal Preventieakkoord dat vorig jaar werd ondertekend door staatsecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en 70 partijen waaronder gezondheidsorganisaties en de voedingsindustrie.

Ook onderweg, zoals op treinstations, moeten mensen gezonder kunnen eten. In het Preventieakkoord staat dat ‘samen met relevante partijen wordt gewerkt aan een gezonder voedingsaanbod in en rond snelwegen en openbaar vervoer’. Opvallend is dat de NS het Preventieakkoord niet heeft ondertekend. We bellen met de NS om te horen wat de spoorwegen doen om overgewicht van de medewerkers terug te dringen.

NS: ‘Integrale aanpak’

Een woordvoerder van de NS laat weten: ‘Goed om te benadrukken dat wij een gezonde levensstijl als integraal onderwerp aanpakken bij NS. Gezonde voeding is daar een belangrijk onderdeel van, maar ook een goede werk-privé-balans, mentale fitheid en voldoende beweging staan centraal.’

‘Als medewerkers een specifieke hulpvraag hebben met betrekking tot hun gewicht, zoeken we hier passende hulp voor. Dat kan in de vorm van een vitaliteitscoach, maar ook door middel van contact met een diëtist en/of beweegcoach. Daarnaast zorgen we in de brede zin voor gevarieerd aanbod aan voeding. Zowel op het station, als op de kantoorlocaties. Daar blijven we altijd scherp op.’

De NS zegt zich ook in te spannen voor de treinreiziger. ‘Wij vinden het aanbieden van een gezond alternatief aan onze treinreizigers belangrijk. Wij meten regelmatig onder onze reizigers wat zij graag zouden willen kopen op het station en proberen een zo gevarieerd mogelijk aanbod aan te bieden, waarbij wij letten op snelheid, gemak en gezond. Wij zoeken in het assortiment meer de balans op qua gevarieerd aanbod en kiezen er bijvoorbeeld bewust voor om gezondere producten in het hart van het schap te plaatsen.’

‘Impulsmomenten’

Hoe effectief zijn deze maatregelen? Kiezen treinreizigers en NS-medewerkers wel voor gezonde voeding zolang er nog zoveel ongezonds op de stations te koop is? ‘Stations zijn de uitgelezen plek om mensen te verleiden tot die ongezonde keuze’, vindt Jaap Seidell, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Wij ontmoeten hem op station Bijlmer ArenA in Amsterdam. In en om het station wemelt het van de snackkiosken en fastfoodrestaurants. Hij wijst meteen op een heel herkenbaar fenomeen.

‘Elke keer als je op een station een kopje koffie wilt, wordt er gevraagd: wilt u er iets lekkers bij?’

Jaap Seidell

‘Op stations verzamelen zich grote groepen mensen die tegen vijven allemaal nog naar huis moeten en al trek krijgen. Als je dan lekkere snacks, drankjes en koeken hebt, werkt dat als een malle. Al dat soort impulsmomenten, daar gaat het eigenlijk om. Je bent nog van plan om te gaan koken en te eten en dat duurt nog een paar uur. En je hebt nú trek!’

Koeken zo groot als een ‘kinderhoofdje’

Een koekje bij de koffie moet kunnen, vindt ook Seidell. Maar die koekjes worden steeds groter. Neem de Oatmeal raisinkoek. Hij gebaart: ‘Die zijn inmiddels zo. Kleine kinderhoofdjes bij wijze van spreken en dat telt zo’n 200/250 kilocalorieën. En dan de automaten op de stations. Mochten de winkels dicht zijn, dan is er altijd nog een automaat 24/7. En daar is alleen maar ongezond eten en veel té grote verpakkingen natuurlijk. Het zijn vaak two packs en aanbiedingen. Je wilt maar één stroopwafel. Maar je krijgt er twee! Je hebt zin in een snoepje en je koopt gelijk zo’n grote zak. Dan denk je eerst, daar kan ik ook volgende week nog van eten, maar dan stap je uit de trein en denk je, goh die zak is al weer leeg.’

Het gaat erover dat we voortdurend onze behoefte bevredigd willen hebben, aldus Seidell. ‘En dat kán ook overal, want het is overal verkrijgbaar. Het is het luilekkerland waar we altijd van gedroomd hebben. In al die eeuwen van rampspoed, ellende en schaarste, hebben we gedacht, was er maar áltijd eten.’ Ook onze eetgewoonten veranderen in rap tempo. ‘Niet zo heel lang geleden was het cultureel totaal onacceptabel dat je publiekelijk, in een trein ging, zitten eten. Ontbijten, snacken of wokmaaltijden naar binnen werken terwijl je in de trein zit. Dat kan nu gewoon. Het is volkomen geaccepteerd dat mensen lopend, zittend en staand, staan te eten en te drinken.’

De namen van de NS-medewerkers zijn op hun verzoek geanonimiseerd.

Makers