Het prijskaartje. Dat is waar de meeste fabrikanten naar kijken als ze een verpakking uitzoeken voor hun nieuwe sausje of shampoo. En het milieu? Daar geven ze niet om. Ditmaal is het een consultant uit de levensmiddelenindustrie die ons weet te vinden met zijn verhaal. Zijn grootste bron van ergernis? Een klant met zonnepanelen en een prutverpakking.

Voor ons onderzoek naar de Plasticplaag praten we graag met mensen die met plastic werken. Jan* stuurt ons een berichtje dat hij dagelijks met verpakkingen te maken heeft en zich dikwijls ergert aan de houding van fabrikanten. We bellen hem op om zijn verhaal te horen.

Uitgelicht

'Wat in het water ligt is van niemand meer – en dus van ons allemaal' / Marcel Breve

Van colaflesjes tot kunstvagina’s: onze wateren liggen bezaaid met zwerfplastic

‘Ze kiezen toch voor de goedkoopste’

Jan adviseert bedrijven als ze producten op de markt willen brengen. Hoe ontwikkelen ze een product? En hoe voldoen ze aan de regels? Al 15 jaar komt hij bij fabrikanten over de vloer om ze te helpen met die vragen. Zijn naam mogen we niet publiceren, omdat hij bang is om de relatie met zijn klanten op het spel te zetten. Maar hij wil wel wat vertellen over wat hij tegenkomt. En over zijn grootste bron van ergernis.

‘Dan zit ik bij een klant en dan zie ik daar van die mooie schermpjes hangen met hoe duurzaam ze wel niet zijn. Hoeveel energie ze opwekken met hun zonnepanelen.’ Maar dat is toch hartstikke mooi? Wat is dan het probleem? Jan: ‘Zeker. Maar als we het dan 10 minuten later over de verpakking van hun product hebben, kiezen ze toch voor het goedkoopste. Dat stoort me.’

Fabrikant kiest voor luxe tomaatjes en zware sausemmers

Consultant Jan is zelf nogal betrokken bij het milieu, dus hij baalt ervan dat veel van zijn klanten dat niet zijn: ‘Het milieu is alleen belangrijk als marketinginstrument. Terwijl er juist bij verpakkingen veel milieuwinst te halen is.’ Jan meent dat als we kwalitatief goede verpakkingen gebruiken, deze ook goed te recyclen zijn. Daarmee zouden we dus minder plastic afval veroorzaken.

‘Vaak kiezen fabrikanten voor zwarte verpakkingen. Zoals bij tomaatjes of deodorant. Zwart straalt luxe uit, is de marketingoverweging. Maar zwart plastic is juist heel lastig te recyclen, zeg ik dan. Dat kunnen die recycleapparaten niet herkennen. Toch kiest de klant voor zwart.’ Een ander voorbeeld dat Jan geeft, zijn emmers. ‘Je kent ze wel, van die 8 liter-emmers voor sauzen en zo voor de horeca. Dan heb je 1 emmer die weegt 900 gram en is slecht te recyclen. En een andere, duurdere emmer die weegt 800 gram en is goed te recyclen. Waar denk je dat de fabrikant voor kiest?’

‘Goed PET kun je prima recyclen’

Jan denkt dat er enorme milieuwinst te behalen valt als we fabrikanten aanmoedigen voor de goede verpakking te kiezen. ‘Deze fabrikanten zetten heel veel om, dus als het je lukt om ze verpakkingen van hoge kwaliteit te laten gebruiken, dan zet je een grote stap. Goed PET kun je namelijk prima recyclen.’ Seepje en Marcels Green Soap vindt Jan voorbeelden van fabrikanten die wel gaan voor een goede verpakking. ‘Maar die zijn dan ook duurder dan de gewone variant.’

UItgelicht

Inzameling van plastic in container / ANP

‘Ik kom nooit producten tegen van gerecycled plastic. Alleen grijze vuilniszakken’

Het laagwaardige plastic dat nu veel gebruikt wordt voor het verpakken van levensmiddelen, heeft geen waarde voor fabrikanten, meent Jan. ‘Als een fabrikant bijvoorbeeld een batch heeft van een product waar iets mis mee mis, wat niet goed genoeg is voor de verkoop, dan moet hij er vanaf. Dan is de verpakking die eromheen zit afval zonder waarde, en dus alleen maar een kostenpost. Daar is de achterdeur goed voor.’ Met de achterdeur bedoelt Jan het goedkoop en illegaal laten afvoeren. Gebeurt dat echt? ‘Die verhalen hoor ik wel ja. Dat gaat dan per schip ver weg. Wanneer dat gebeurt, zeg ik die klant gedag.’

*Jan is een gefingeerde naam.

Makers