In open kantoorruimtes moet een minimum aantal stiltewerkplekken komen om in rust te kunnen werken. Zo zou het ziekteverzuim onder mensen met een kantoorbaan kunnen worden teruggedrongen. Dat stelt Erwin Speklé, senior ergonoom bij ArboUnie in De Monitor, dat maandagavond wordt uitgezonden. De zogenoemde NEN-norm moet daarvoor worden aangepast. “Afhankelijk van het soort werk heb je voor iedere vijf of tien werkplekken een stilteplek nodig.”

Volgens Speklé - die ook lid is van de adviesraad van Human Factors NL, de Nederlandse vereniging voor ergonomie - moeten de huidige afspraken over de inrichting van kantoorruimtes worden aangepast. Die afspraken zijn vastgelegd in een tien jaar oude NEN-norm, de NEN 1824 – 2010. In die norm staan ergonomische eisen voor de oppervlakte van werkplekken in kantoren, zoals onder andere het minimum aantal verplichte vierkante meters voor de werktafel van de werknemer.

Maar er staat niets in de norm over de verhouding tussen de open werkruimte en stilteplekken. Speklé: “In een open kantooromgeving moet een vast aantal concentratieplekken per zoveel werknemers worden vastgelegd. Net als dat je per zoveel werknemers een vast aantal toiletten moet hebben. Het is belangrijk dat mensen kunnen werken op een plek waar ze wíllen werken en dat ze zich niet gevangen voelen in een grote ruimte. Als mensen zelf kunnen kiezen hoe ze hun werk inrichten, heeft dat een hele positieve invloed.”

Speklé wijst op de uitkomsten van een recente studie van het Noorse nationaal instituut van arbeidsomstandigheden, onder meer dan 6300 werknemers van verschillende bedrijven. Uit die data blijkt dat mensen die in een open kantoorruimte werken, een hoger risico lopen op ziekteverzuim. Het aanbieden van stilteplekken kan het verzuim reduceren volgens de onderzoekers.

Ook architect Nanne de Ru zegt in de uitzending van De Monitor dat bedrijven een vast aantal stilteplekken zouden moeten hebben om tot een optimale prestatie te komen van de werknemers. Hij is voorstander van twintig procent stilteplekken en vijftig procent flexplekken.

De NEN laat ons weten dat er op dit moment géén zicht is op herziening van de norm. “Er is geen commissie en geen plan.”