Joland belt zijn gemeente om schuldhulpverlening aan te vragen, maar die geeft naar eigen zeggen niet thuis. En dat terwijl zijn schulden verder oplopen. “De gemeente zei: ‘We bellen u terug’. Dat is nog steeds niet gebeurd.”

“Ik heb nu twee keer schuldhulpverlening aangevraagd bij de gemeente”, vertelt Joland die werkt als zzp’er. Maar de gemeente die hem zou moeten helpen, geeft naar eigen zeggen vooralsnog niet thuis. "De gemeente zei: ‘Diegene die erover gaat, is in bespreking. We bellen u terug’. De eerste keer is nu zes maanden geleden. Dat lijkt me een lange bespreking.”

Luttel bedrag
We spreken Joland voor ons lopend onderzoek naar zzp’ers en schulden. “Ik doe er niet lichtzinnig over. Het is een hele stap om daar naar toe te bellen”, verklaart hij over zijn telefoontje naar de gemeente om schuldhulpverlening aan te vragen. Hoewel hij inziet dat zijn financiële situatie de nodige actie vereist, is het voor een schuldenaar meestal niet gemakkelijk om schulphulpverlening aan te vragen. Vaak staat een jarenlang traject te wachten waarin de schuldenaar van een paar tientjes per week moet rond te zien komen, op voorwaarde dat er geen nieuwe schulden bijkomen. In de tussentijd worden de vaste lasten en de schuldeisers betaald.

Joland is contactlenzenspecialist. Sinds hij de ziekte van Bechterew kreeg, een vorm van reuma, kon hij niet meer fulltime aan de slag. Hij ontvangt daarom een WAO-uitkering (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering) en werkt, zoals hij zelf zegt, noodgedwongen als zzp’er. “Ik vind mijn werk erg leuk. Maar werkgevers willen me niet in loondienst nemen, omdat ik in de WAO zit.”

Geen ondernemersaftrek
Na vijf jaar zzp’er-schap kreeg hij te horen dat de ondernemersaftrek, een belastingvoordeel voor ondernemers dat zijn boekhouder had geregeld, niet geldig voor hem was. Of hij de ontvangen vijfentwintigduizend euro even wilde terugbetalen aan de Belastingdienst. “Ik kwam niet aan het aantal uren dat er officieel voor staat’, aldus Joland over de fiscale voordeelregeling waar hij uiteindelijk niet voor in aanmerking bleek te komen. “Mijn boekhouder zei dat hij ook niet beter wist dan dat we het volgens het boekje deden. Maar voor zzp’ers in de WAO ligt het blijkbaar een stuk ingewikkelder.”

Hij wilde zijn schuld zo gauw mogelijk afbetalen, zo zegt hij: “Ik ging meer werken om het sneller in te lopen. Dat viel me lichamelijk zwaar. Uiteindelijk moest ik drieduizend euro aan het UWV terugbetalen, omdat ik meer verdiende dan was toegestaan. Op papier had ik teveel inkomen, in de praktijk hield ik niks over.”

Hij vervolgt: “Ik werk nu vijftien uur per maand. Als ik veel meer werk, dan moet ik het terugbetalen. Daar kan ik met mijn pet niet bij. Hoe kan ik in hemelsnaam mijn schulden ooit afbetalen?”

“Vijfentwintigduizend euro”, mijmert Joland, “ik had het niet en ik heb het nog steeds niet.” Zijn financiële situatie ging hem niet in de koude kleren zitten, het bezorgde hem enorm veel stress. “Het heeft me mijn hart gekost, mijn relatie en mijn woning. Ik kreeg een bypassoperatie, het is uit gegaan met mijn vriendin en nu woon ik op een schip.”

En toen deed corona zijn intrede, wat hem nog meer pech bezorgde: “In maart kon ik zes weken niet werken, de winkel was dicht. Ik ben nog twee weken verkouden geweest, waardoor ik ook niet kreeg uitbetaald. Al met al mis ik al acht weken inkomsten dit jaar.”

In de tussentijd groeide zijn schuld verder uit, mede vanwege de deurwaarders- en incassokosten. “Af en toe staat er een deurwaarder op de stoep. Hoe groot mijn schuld nu precies is, weet ik niet. Ik ben het overzicht kwijt.”