We dijen gigantisch uit in de Westerse wereld, met de Verenigde Staten als schrikbeeld. Bijna zeven op de tien mensen heeft daar last van overgewicht of obesitas. Maar als wij in Nederland niet ingrijpen, lopen wij er over een aantal jaren ook zo bij, denkt Ellen van Kleef, onderzoeker Voeding & Consumentengedrag aan Wageningen Universiteit.

Diabetes type 2, hart- en vaatziekten, depressie en zelfs kanker, je hebt een verhoogd risico op deze ziektes als je overgewicht of obesitas hebt. Hoewel we daar niet steevast aan denken als we nog maar eens een Snickers bij de benzinepomp halen, is overgewicht een serieus probleem. En steeds meer mensen hebben ermee te maken.

Zout, suiker en vet

Heel gek is het niet, vertelt Van Kleef. ‘We zijn zo geprogrammeerd dat we een hang naar vet, zout en suiker hebben om zo een reserve aan te leggen voor een hongersnoodperiode. De één heeft daar genetisch meer last van dan de ander, maar ons reptielenbrein werkt gewoon zo.’ Ondertussen is hongersnood niet meer aan de orde, in tegendeel, het aanbod is sterk veranderd. ‘In de jaren 70 was onze voedselomgeving heel anders dan nu, eten is zo lekker en toegankelijk gemaakt. Helemaal gericht op onze gemakzucht’, legt Van Kleef uit.

‘Zoet, vet en zout geeft een snelle bevrediging, we willen altijd meer. Uit onderzoek blijkt ook dat als je mensen meer geeft, ze meer gaan eten. Nu zijn we op een punt dat bedrijven daarmee concurreren, met de prijs en veel te grote porties. Dat hebben we helemaal niet nodig. En kijk naar Amerika bijvoorbeeld, porties in die orde van grootte (welke orde van grootte?) zijn doodnormaal. Die kant moeten wij niet op willen.’

Verstrekkende, drastische maatregelen

We polderen al jaren wat af om overgewichtsproblematiek onder controle te krijgen. Het schiet niet op, blijkt uit cijfers van het CBS. Het aantal te dikke mensen blijft stijgen. Daarom is het tijd voor ‘vergaande maatregelen’, vertellen verschillende deskundigen mij gedurende dit onderzoek. Maar hoe zouden die maatregelen er dan uitzien?

Geen snoep en snacks bij de kassa

‘We zien dat verschillende maatregelen een beperkt effect hebben’, vertelt Van Kleef. ‘Ik heb onderzoek gedaan naar gezonde schoolkantines. ‘Wat is het effect als je mensen verleidt om een gezonde keuze te maken?’, was de vraag.’ Van Kleef heeft de richtlijnen van het Voedingscentrum voor een gezonde kantine gehanteerd voor haar onderzoek. Samen met de cateraar van het desbetreffende ROC is de schoolkantine helemaal aangepakt.

Er worden nu bijvoorbeeld veel gezonde producten getoond in grote hoeveelheden, zodat het lijkt alsof dat een keuze is die veel mensen maken. De gezonde keuze is standaard, veel broodjes zijn volkoren en er liggen geen snoep en snacks meer bij de kassa.

Een mager resultaat

‘We zagen dat de verkoop van gezondere producten steeg van 31 procent naar 36 procent’, vertelt Van Kleef. ‘Die stijging is niet gigantisch, dat zie je bij meer van dit soort maatregelen. Het helpt wel, maar kleine beetjes. We moeten daarom op meerdere plekken ingrijpen’, meent Van Kleef. ‘Als je de school als voorbeeld neemt, moet je ook naar de omgeving kijken. De snackkar op het schoolplein, dat kan echt niet. Dat zou gewoon verboden moeten worden. Je kan niet voorkomen dat kinderen af en toe een saucijzenbroodje kopen bij de supermarkt op de hoek, maar je kan als school wel een statement maken. Daar zou regelgeving voor moet komen. Alles in de schoolkantines volgens de schijf van vijf.’

Suikertaks

In het buitenland worden stappen gezet, maar in Nederland blijft draagvlak voor een hardere aanpak uit. ‘In Engeland is men bezig met een verbod op de verkoop van energiedrankjes aan kinderen en jongeren. En daar is, net als in tal van andere landen, een suikertaks ingevoerd op frisdrank. Het geld dat daarmee de staatskas binnenkomt, gebruiken ze voor bewustwordingscampagnes bijvoorbeeld. Dat is heel slim.’ Van Kleef gaat verder: ‘In bepaalde staten in Amerika zie je vermeldingen van het aantal calorieën in restaurants en bij ketens als Starbucks.’

De politiek is nu aan zet, meent Van Kleef. ‘Producenten gaan die eerste stappen niet zetten, dan raken ze hun concurrentiepositie kwijt. Het moet tegelijkertijd gebeuren en iedereen moet meedoen. Er zou regelgeving moeten komen voor gezonde kantines op scholen en in ziekenhuizen. Daarnaast moet de promotie voor ongezonde producten veel minder worden en moeten gezonde producten vaker in de bonus te vinden zijn. De snackrekjes bij de kassa moeten weg. Maar dit zijn allemaal impopulaire maatregelen, daarom gebeurt er te weinig.’

Poldermodel

Vorig jaar presenteerde staatssecretaris Blokhuis het Nationaal Preventieakkoord waarin staat omschreven hoe overgewicht teruggedrongen moet worden, maar dat is een klassiek poldermodel volgens van Kleef. ‘Iedereen snakt naar actie. Laten we de dingen die we al weten, in de praktijk brengen. Dat is de wens van de wetenschap.’

Er is maatschappelijk en politiek nog weinig draagvlak voor in Nederland, vertelt Van Kleef. ‘Om Amerika nog maar eens als voorbeeld te nemen, daar heeft 67 procent van de mensen overgewicht of obesitas, in Nederland is het bijna 50 procent. Er is nog geen land in staat geweest om die stijgende lijn een halt toe te roepen, daarom is het echt tijd voor publiek ingrijpen.’

Makers

Redacteur